Wat is de betekenis van Overvloedig?

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

overvloedig

overvloedig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: o-ver-vloe-dig 1. waar veel bij hoort, uitgebreid ♢ we kregen een overvloedige maaltijd Bijvoeglijk naamwoord: o-ver-vloe-dig ... is overvloediger dan ... ...

2024-03-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Overvloedig

adj. & adv., oerfloedich, oerd(i)edich.

2024-03-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 8 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Overvloedig

bn. bw. (-er, -st), 1. tot overlopens toe vol: een tijd die overvloedig was aan buitengewone talenten; — (bijb.) overvloedig zijn in iets; 2. (bij uitbr.) in ruime hoeveelheid aanwezig, in overvloed voorhanden, rijkelijk: een overvloedige voorraad; een overvloedige regen; een overvloedige oogst; — bw., in overvloed...