overtuiging
overtuiging - zelfstandig naamwoord uitspraak: o-ver-tui-ging 1. iets wat je zeker weet ♢ het is haar overtuiging dat God bestaat Zelfstandig naamwoord: o-ver-tui-ging de overtuiging
Alles over bitcoin, cryptovaluta en de blockchain
Nederlands woordenboek voor onderwijs
overtuiging - zelfstandig naamwoord uitspraak: o-ver-tui-ging 1. iets wat je zeker weet ♢ het is haar overtuiging dat God bestaat Zelfstandig naamwoord: o-ver-tui-ging de overtuiging
Nederlandse encyclopedie
v. (-en), 1. bewijs of blijk van iemands schuld of van de waarheid van iets; thans vooral in de verbinding: stuk van bewijs van schuld, (ook) corpus delicti; 2. vaststaande mening omtrent iets, dit is mijn onwrikbare mening: een toegedaan zijn dat is mijn eerlijke, vaste, diepe, heilige overtuiging.
Nederlands woordenboek (7e druk - 1950)
I. OVERTUI'GING v. (-en), 1. bewijs of blijk van iemands schuld of van de waarheid van iets; thans vooral in de verb. stuk van overtuiging, bewijs van schuld, (ook) corpus delicti; 2. het overreden tot het aannemen of geloven van iets: op de toon van gemoedelijke overtuiging; 3. vaststaande mening omtrent iets: dit is mijn...
M. J. Koenen's Verklarend handwoordenboek
v., in bet. 3 -en (1 het overtuigen, daad van overtuigen; 2 sterk gevoel van de waarheid of valsheid ener zaak; 3 datgene, waarvan iem. overtuigd is): 1 stuk van overtuiging; 2 hij sprak met overtuiging; tot de overtuiging komen, de overtuiging hebben, dat; 3 dat zijn nu mijn overtuigingen; overtuigingskracht v.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
Overtuiging - v. (-en), het overtuigen, overreding; gevoel van de waarheid of valschheid eener zaak; — stukken van overtuiging, schuldbewijzen; — dit is mij'tbe overtuiging, hiervan ben ik zeker, dit is mijn onwrikbaar gevoelen.
Handwoordenboek van Nederlansche Synoniemen 1898
zie Bedunken.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.