oversteek
Mogelijkheid om de andere hand aan slag te brengen. Zie ook: entree
Muiswerk Educatief (2017)
oversteek - zelfstandig naamwoord uitspraak: o-ver-steek 1. boottocht of vliegtocht over het water ♢ velen hebben de oversteek naar Amerika gemaakt Zelfstandig naamwoord: o-ver-steek de oversteek Synonieme...
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (...steken), 1. (Zuidn.) overzetveer,, plaats waar men kan overvaren; 2. (zeew.) het varen van een plaats naar een andere : de oversteek van New York naar Kaapstad werd zonder stoppen volbracht; 3. overhangend deel van een bouwwerk, afdak.
M. J. Koenen's (1937)
m. -steken (Z.-N. overzetveer; Z.-N. overstek; N.-N. ook: het oversteken): N.-N. de oversteek van Shanghai naar Japan.
Jozef Verschueren (1930)
('o:vər) m. (...steken) 1. [oversteken I 4] overstekend gedeelte, overstek. 2. [oversteken II 1) het oversteken : de van de oceaan.
J.H. van Dale (1898)
Oversteek m. (...steken), (Zuidn.) overzetveer, plaats waar men kan overvaren; —overhangend deel van een bouwwerk, afdak.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: