overspel
(1980+) (pol.) heulen met de oppositie. • (Marco Bunge: Politiek Woordenboek. 1985) • Maar op overspel uitgelokt `overspel', vond Lubbers vrijdag staat in de Nederlandse politiek geen vaststaande sanctie. Of een kabinet valt, hangt af van het belang dat de beide regeringspartijen hebben bij verkiezingen. (de Volkskrant, 23/0...