Wat is de betekenis van overschot?

2025-02-17
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press

2025-02-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-02-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

overschot

overschot - zelfstandig naamwoord uitspraak: o-ver-schot 1. wat nog over is ♢ er is nog een overschotje rijst van gisteren 1. een stoffelijk overschot [een lijk] 2...

2025-02-17
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

overschot

overschot van gelijk hebben (groot gelijk); één zetel op overschot (één meer dan de oppositie). Zijn er nog kopietjes op overschot? (over)

2025-02-17
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

overschot

- overschot van gelijk, volkomen gelijk. Op dit punt heeft Mieke Vogels overschot van gelijk wanneer ze pleit voor een normalisering van het schoonheidsideaal. - BvL, 08-08-2002. - op overschot, over, te veel. Enkele jaren geleden miste Malta trouwens al eens de Europese trein toen de Labour Party eventjes aan de macht kwam met slec...

2025-02-17
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

OVERSCHOT

gehucht in de Noordbrabantse gemeente Bakel en Milheeze.

2025-02-17
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

overschot

1. Wat er meer is dan nodig; - overschot van (aan) gelijk (hebben), meer dan gelijk hebben, volkomen gelijk hebben; met overschot van gelijk, volkomen terecht - ook: weelde, overvloed, in de verb. geen overschot hebben, nauwelijks genoeg hebben; - in de sportt., in de verb. (weinig) overschot hebben, ter aand. van de nog...

2025-02-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Overschot

s.n., oerskot (it); stoffelijk, — omskot (it).

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-02-17
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)