Wat is de betekenis van overmeesteren?

overmeesteren - regelmatig werkwoord uitspraak: o-ver-mees-te-ren 1. de baas worden door geweld te gebruiken ♢ de dief werd overmeesterd door de chef van de supermarkt Regelmatig werkwoord: o-ver-mees-te-ren ik overm...

v., oermasterje, -machtigje, -manje, -munsterje, -winne, to mânsk, oermânsk wurde.

...

(overmeesterde, heeft overmeesterd), meester worden over, zich meester maken van, overweldigen, ten onder brengen; — fig. : zich door zijn drift, zijn hartstochten laten overmeesteren, zich daardoor laten vervoeren, meeslepen.

overmeesterde, h. overmeesterd (overweldigen, bemachtigen, ten-onder-brengen, onderwerpen): een fort overmeesteren, zijn driften overmeesteren; door de hartstocht overmeesterd, meegesleept; overmeestering v. -en.

(over’me:stərən) (overmeesterde, heeft overmeesterd) 1. bemachtigen, ten onder brengen, overweldigen : een vesting, stad, land ; door de drank overmeesterd. Syn. → bevangen. 2. meeslepen, vervoeren : zich door zijn hartstochten laten -.

(overmeesterde, heeft overmeesterd), meester worden over, zich meester maken van, overweldigen; fig.: zich door zijn drift, zijn hartstochten laten overmeesteren.

Overmeesteren (overmeesterde, heeft overmeesterd), overweldigen, bemachtigen, ten onder brengen; (fig.) zich door zijne drift, zijne hartstochten laten overmeesteren, zich daardoor laten vervoeren, meesleepen. OVERMEESTERING, v.

zie Bevangen.