Wat is de betekenis van overmatig?

overmatig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: o-ver-ma-tig 1. met een te grote hoeveelheid ♢ ik hou niet van overmatig eten Bijvoeglijk naamwoord: o-ver-ma-tig ... is overmatiger dan ... ...

intervallen die ontstaan door grote en reine intervallen chromatisch een halve toon te vergroten (bijv. c-gis = overmatige kwint).

adj. & adv., oermjitte, oermjittich, bûtenwenstich, bûten roai.

I. OVERMA'TIG bn. bw. (-er, -st), 1. bijzonder sterk, hevig enz.: een overmatige blijdschap; 2. buitensporig : overmatig arbeiden; zich overmatig inspannen; ik hou niet van die overmatige koude en hitte. II. OVERMATIG bn., (muz.) met een z.g. halve toon vermeerderd zijnde : overmatige drieklank, een uit twee gr...

1 bn., bw. (de maat te boven gaande): overmatige weelde, buitensporig; zij dronken overmatig, het was er overmatig warm; 2 bn., bw. (al te matig): overmatig leven.

(beter: vergroot) zijn die intervallen, die een chromatischen halven toon grooter zijn dan de groote en de reine intervallen. De omkeeringen der overmatige intervallen zijn verminderde. Z. Interval.

bn. en bw. (-er, -st) I. (’o:ver) zeer. al te matig ; een man. II. (’ma:təch) 1. een redelijke maat te boven gaand, buitensporig : -e uitgaven; -e weelde; drinken; koud. 2. buitengewoon, biezonder groot; een -e droefheid, blijdschap.

noemt men elke groote interval, welke met een halven toon is vermeerderd.

...