overhoop
overhoop - bijwoord uitspraak: o-ver-hoop 1. door elkaar ♢ alles ligt overhoop in die kast 1. overhoop halen [door de war gooien] Bijwoord: o-ver-hoop
Muiswerk Educatief (2017)
overhoop - bijwoord uitspraak: o-ver-hoop 1. door elkaar ♢ alles ligt overhoop in die kast 1. overhoop halen [door de war gooien] Bijwoord: o-ver-hoop
Fa. A.J. Osinga (1952)
adv., oerheap, oer de heap, oeral; — halen, oeralhelje, oer de kop helje, oer (de) staech sette, smite; — liggen met, yn omslach wêze mei, oer de wei, oerdwers lizze mei, spul hawwe mei.
Van Dale Uitgevers (1950)
bw., (eig.) op een hoop; dooreen, door elkander: onderst boven, verward, in wanorde: alles is er overhoop, niets op zijn plaats; — met iem. overhoop raken, met hem oneens worden. Overhoop vormt met ww. scheidbare koppelingen.
Jozef Verschueren (1930)
liggen (lag overhoop, heeft overhoopgelegen) 1. dooreen, verward door elkaar liggen : al mijn papieren liggen overhoop. 2. in onmin leven : met iemand -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bw., (eig.) op een hoop; dooreen, door elkaar; ondersteboven, verward, in wanorde: alles is overhoop, niets ligt op zijn plaats; (gew.) in overvloed: er zijn appels bij de vleet, massa’s.
J.H. van Dale (1898)
Overhoop bw. (eig.) op een hoop; dooreen, door elkander; onderst boven, verward, in wanorde: alles is er overhoop, niets op zijne plaats.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: