ouwehoeren
1) (19e eeuw) (inf.) kletsen, zeuren. In de jaren 1946-1950 was dit werkwoord erg populair onder soldaten (in het voormalige Ned.-Indië) en deden verschillende eufemistische varianten de ronde (o.a. ouwehoededozen; ouweprostitueeën; ouwetakkebossen enz.). Volgens sommige etymologen is het woord afgeleid van het Javaanse werkwoord 'ngawu...