Wat is de betekenis van Oudsher, van?

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oudsher, van

bw. uitdr., sinds lang, zo lang er heugenis van is : van oudsher waren zij landbouwers.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

oudsher, van

bijw. uitdrukking, sinds lang, zolang men zich kan herinneren: waren zij landbouwers.