Wat is de betekenis van Oude?

2024-10-11
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-10-11
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Oude

Oude is in 1847 voor het eerst aangetroffen, in de uitdrukking een oude nemen voor 'een ouderwetse, stevige borrel drinken'. Sinds het begin van deze eeuw wordt oude gebruikt voor 'oude jenever'. Die naam ontstond als verkorting uit oude klare of oude jenever. Oude klare is in 1899 voor het eerst gevonden, en in 1900 door Henri Hartog gebruikt in S...

2024-10-11
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Oude

m Uit Aut: Autet: Avutet, een vleivorm van Ave.

2024-10-11
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oude

m. en v. (-n), 1. (niet gewoon) oude man of vrouw ; 2. (gemeenz.) vader, baas, (in ’t bijz.) kapitein : ik zal het de oude vragen ; 3. de Ouden, de volken der oudheid, inz. de Grieken en Romeinen.

2024-10-11
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

oude

1 m. en v. -n (bejaarde; bij uitbr. vader; scheepst. schipper, kapitein; ook: directeur, bestuurder): spreekw. zie piepen; de ouden, Grieken en Romeinen; zie ouwe; ik ben weer de oude, zoals ik vroeger was; 2 o.: alles bij het oude laten, niets veranderen; 3 v. (Z.-N., vero. ouderdom).

2024-10-11
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

oude

(-n) oude persoon nl. 1. m. en v. oude man, vrouw: zoals de -n zongen, piepen de jongen, wat de ouden (goed) deden, doen de jongen (gebrekkig) na. 2. m. Gemz. vader, baas, kapitein: vraag het de -. 3. Ouden, de volken van de Oudheid inz. de klassieke nl. de Grieken en Romeinen.

2024-10-11
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Oude

Oude - (J. van den), pseudoniem van Carel van Nievelt.

2024-10-11
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

oude

v./m. (—n), (niet gewoon) oude man of vrouw; ouden van dagen, bejaarde personen; de oude van de berg(en), een middeleeuwse schrikfiguur, de sjeik van de Assassijnen; zo de ouden zongen, piepen de jongen; (gemeenz.) vader, baas, m.n. kapitein: ik zal het de oude vragen; vroegere, in de zegsw. weer de oude zijn; de Ouden, de volken van de oud...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-10-11
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Oude

Zie Aude.