Oscilleren
[Lat. oscillare = schommelen, van oscillum = klein masker of poppetje (verklw. van os = mond) aan boom gehangen, waar het schommelend heen en weer bewoog] slingeren, trillen.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat. oscillare = schommelen, van oscillum = klein masker of poppetje (verklw. van os = mond) aan boom gehangen, waar het schommelend heen en weer bewoog] slingeren, trillen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(oscilleerde, heeft geoscilleerd), (<Fr.), slingeren, schommelen, zich bewegen om een vast punt; ook met betr. tot een voortdurend toe- en weer afnemen van de intensiteit van een verschijnsel; — (stoomw.) oscillerende machine, waarbij de cylinder om tappen kan schommelen, om de zuigerstang de beweging van de krukpen te laten volgen.
Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)
(Lat. oscilláre = schommelen; oscillum = masker of poppetje dat bij sommige plechtigheden in een boom werd opgehangen en daar dan heen en weer schommelde; dem. v. os = gelaat, masker). Heen en weer gaan, slingeren, trillen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: