Wat is de betekenis van orgaan?

2023-12-04
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2023)

orgaan

(1994) (euf.) mannelijk geslachtsdeel. • Of mijn orgaan is beschadigd weet ik niet, het is ook niet van belang, ik gebruik het enkel om te pissen. (J.M.H. Berckmans: Geschiedenis van de revolutie. 1977. Herdruk als Brief aan een meisje in Hoboken. 1994)

2023-12-04
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

orgaan

orgaan - zelfstandig naamwoord uitspraak: or-gaan 1. deel van lichaam met eigen functie ♢ de long is een orgaan waarmee we ademhalen Zelfstandig naamwoord: or-gaan het orgaan de organen...


Direct alle 20 resultaten bekijken?

Word vriend van Ensie!

2023-12-04
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

orgaan

Onderdeel van het lichaam met een eigen taak. Elk orgaan bestaat uit een eigen soort lichaamscellen. Voorbeelden van een orgaan zijn het oog, de schildklier, de nier en de milt. Het grootste menselijke orgaan is de huid. Dat orgaan bedekt het hele lichaam. De lever is het op een na grootste orgaan in het lichaam. Sommige organen vormen samen een...

2023-12-04
Sport en beweging

Margreet Weide (2006)

Orgaan

Deel van een levend wezen dat op een bepaalde werking is gericht.

2023-12-04
Medische basiskennis begrippenlijst

Frans Verstappen (2004)

Orgaan

Een uit verschillende weefsels samengesteld onderdeel van het lichaam met een specifieke functie bijvoorbeeld maag, oog, hart; een orgaan is verder onderdeel van een stelsel (of systeem) met dezelfde lichaamsfunctie bijvoorbeeld bloedsomloop, ademhalingsstelsel, zenuwstelsel.

2023-12-04
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Orgaan

[Lat. organum, Gr. organon = gereedschap, werktuig] 1 (mens- en dierkunde) deel van een levend wezen met een bep. functie, zoals hersenen, hart, maag, lever, nieren enz.; 2 (overdrachtelijk) onstoffelijk werktuig, zoals de organen van de rechtsbedeling, van de Staat; 3 stem van zang...

2023-12-04
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Orgaan

partijblad; spreekbuis; deel van een levend wezen met een bepaalde functie; onstoffelijk werktuig

2023-12-04
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

orgaan

orgaan - Een groep cellen en weefsels in een lichaam die een kenmerkende structuur vormen voor de uitvoering van een specifieke functie.

2023-12-04
Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Orgaan

deel van het lichaam, dat in het totaal daarvan bepaalde functies verricht.

2023-12-04
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Orgaan

een deel van het lichaam met een specifieke functie (meestal ook een aparte bouw).

2023-12-04
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Orgaan

s.n., orgaen (it).

2023-12-04
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Orgaan

(<Lat.-Gr. = werktuig), o. (...ganen), 1. dat deel van een levend wezen (plant of dier), dat door zijn bouw enz. voor een bepaalde verrichting dient: het orgaan van de reuk is de neus ; — (overdr.) onstoffelijk werktuig : de organen van de Staat, der rechtsbedeling ; 2. de stem ten opzichte van klank en toon: zij heeft een krachtig, een m...

2023-12-04
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Orgaan

(1), (muz.), stem ten aanzien van klank en toon; (2) deel van het lichaam, dat een speciale functie heeft b.v. oog, het gezichtsorgaan.

2023-12-04
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

orgaan

o zintuig; werktuig; stem (bv. v. e. zanger of toneelspeler) ; fig spreekbuis, vertolker der meningen v. e. bepaald lichaam.

2023-12-04
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

orgaan

o. organen (Lat. organum. Gr. organon = werktuig: werktuig of instrument; zintuig en verder deel van mens, dier of plant, dienend voor een bepaalde functie; stem inz. van een zanger; spreekbuis, vertolker der meningen, courant van een partij).

2023-12-04
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

orgaan

o. zintuig, stem, vertolken van meningen van een bepaald lichaam, b.v. een krant van een bepaalde richting.

2023-12-04
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Orgaan

1) zintuig of ander deel v. menseli, dier of plant, dat bestemd is v/e bepaalde werking; overdrachtelijk ook v/e gemeenschap; 2) i/h bijzonder het spreek-o., de menschelijke stem; vandaar 3) tijdschrift als gelegenheid tot uiting v/e bepaalde groep óf partij.

2023-12-04
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Orgaan

1° (bio1.) functionneerend deel (werktuig) van het lichaam bij levende wezens, welke daarnaar organismen worden genoemd. Bij dieren onderscheidt men vegetatieve en animale o., waarvan de eerste betrekking hebben op spijsvertering, stofwisseling, voortplanting, enz., de laatste op zintuigelijke functies. L. Willems. 2° Publiekrechtelijke org...

2023-12-04
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

orgaan

(or’ga:n) o. (...ganen; -tje) [Fr. < Gr. organon, werktuig] I. Eig. 1. Algm. deel van een levend wezen, voor een bepaalde werking ingericht : het van hei gezicht is het oog. 2. Inz. stem ten opzichte van klank en toon : hij heeft een mooi -. II. Metf. [van I 2] persoon, krant, tijdschrift waarvan men zich bedient om iets te uiten : A i...

2023-12-04
Polulaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Orgaan

gr.; het spraakgebruik bezigt het Grieksche organon inzonderheid voor elk zelfwerkend geheel in een levend lichaam. Aan het begrip orgaan is verbonden het hebben van een bijzondere functie, waardoor dit deel zich van andere deelen van het lichaam onderscheidt. De vereeniging van organen, die te zamen voor éénzelfde verrichting dienen,...