Wat is de betekenis van Opzoeken?

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opzoeken

opzoeken - onregelmatig werkwoord uitspraak: op-zoe-ken 1. proberen het te vinden ♢ zoek dat woord op in een woordenboek 2. bij hem op visite gaan ♢ wanneer kom je me eens opzoeken? O...

2024-04-19
Bedrijfskunde Integraal

Peter Thuis & Rienk Stuive (2011)

opzoeken

Het op eenvoudige wijze vergaren van gegevens om antwoord te geven op een onderzoeksvraag. Hierdoor ontstaat geen nieuwe kennis.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opzoeken

v., opsykje; iem. even —, by immen oansjen, oanrinne.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opzoeken

(zocht op, heeft opgezocht), 1. door zoeken te voorschijn brengen, opsporen: Dolf had voor de gelegenheid een gele strohoed opgezocht; woorden in een woordenboek opzoeken, naslaan ; 2. (jag.) apporteren (van honden); 3. zoeken te ontmoeten: de vijand opzoeken, hem tegemoet gaan om hem aan te vallen; — bezoeken: je moet me eens komen opzoeke...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opzoeken

zocht op, h. opgezocht (1 opsporen, trachten te vinden; 2 bezoeken, een visite brengen): 1. het wild opzoeken, den vijand opzoeken, een woord opzoeken; 2. iem. opzoeken; wanneer kom je me eens opzoeken?

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opzoeken

(’op) (zocht op, heeft opgezocht) 1. zoeken en voor de dag komen : hij heeft een strohoed opgezocht. 2. ter plaatse zoeken, naslaan : een woord in een woordenboek -. 3. zoeken te ontmoeten : kom, we gaan de anderen nu -. → leeuw. 4. bezoeken, maar gemeenzamer : zijn vriend -. 5. er zich heen begeven : een schuilplaats, de schaduw -.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opzoeken

(zocht op, heeft opgezocht), 1. doorzoeken te voorschijn brengen, opsporen: hij had een witte strohoed opgezocht; dat zoeken we op!, slaan we na!; 2. trachten te ontmoeten: de vijand opzoeken, hem tegemoet gaan om hem aan te vallen; 3. bezoeken: je moet me eens komen opzoeken; 4. als verblijfplaats kiezen: de schaduw opzoeken.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opzoeken

Opzoeken - (zocht op, heeft opgezocht), trachten (iets of iem.) te vinden ; woorden in een woordenboek opzoeken, naslaan; — zoeken en vinden : daar viel een cent, zoek dien straks maar op; — (jag.) apporteeren (van honden); —bezoeken : je moet me eens komen opzoeken. OPZOEKING, v. (-en).