opzoeken
opzoeken - onregelmatig werkwoord uitspraak: op-zoe-ken 1. proberen het te vinden ♢ zoek dat woord op in een woordenboek 2. bij hem op visite gaan ♢ wanneer kom je me eens opzoeken? O...
Muiswerk Educatief (2017)
opzoeken - onregelmatig werkwoord uitspraak: op-zoe-ken 1. proberen het te vinden ♢ zoek dat woord op in een woordenboek 2. bij hem op visite gaan ♢ wanneer kom je me eens opzoeken? O...
Peter Thuis & Rienk Stuive (2011)
Het op eenvoudige wijze vergaren van gegevens om antwoord te geven op een onderzoeksvraag. Hierdoor ontstaat geen nieuwe kennis.
Van Dale Uitgevers (1950)
(zocht op, heeft opgezocht), 1. door zoeken te voorschijn brengen, opsporen: Dolf had voor de gelegenheid een gele strohoed opgezocht; woorden in een woordenboek opzoeken, naslaan ; 2. (jag.) apporteren (van honden); 3. zoeken te ontmoeten: de vijand opzoeken, hem tegemoet gaan om hem aan te vallen; — bezoeken: je moet me eens komen opzoeke...
M. J. Koenen's (1937)
zocht op, h. opgezocht (1 opsporen, trachten te vinden; 2 bezoeken, een visite brengen): 1. het wild opzoeken, den vijand opzoeken, een woord opzoeken; 2. iem. opzoeken; wanneer kom je me eens opzoeken?
Jozef Verschueren (1930)
(’op) (zocht op, heeft opgezocht) 1. zoeken en voor de dag komen : hij heeft een strohoed opgezocht. 2. ter plaatse zoeken, naslaan : een woord in een woordenboek -. 3. zoeken te ontmoeten : kom, we gaan de anderen nu -. → leeuw. 4. bezoeken, maar gemeenzamer : zijn vriend -. 5. er zich heen begeven : een schuilplaats, de schaduw -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(zocht op, heeft opgezocht), 1. doorzoeken te voorschijn brengen, opsporen: hij had een witte strohoed opgezocht; dat zoeken we op!, slaan we na!; 2. trachten te ontmoeten: de vijand opzoeken, hem tegemoet gaan om hem aan te vallen; 3. bezoeken: je moet me eens komen opzoeken; 4. als verblijfplaats kiezen: de schaduw opzoeken.
J.H. van Dale (1898)
Opzoeken - (zocht op, heeft opgezocht), trachten (iets of iem.) te vinden ; woorden in een woordenboek opzoeken, naslaan; — zoeken en vinden : daar viel een cent, zoek dien straks maar op; — (jag.) apporteeren (van honden); —bezoeken : je moet me eens komen opzoeken. OPZOEKING, v. (-en).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: