Wat is de betekenis van opzeggen?

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opzeggen

opzeggen - regelmatig werkwoord uitspraak: op-zeg-gen 1. een eind maken aan een afspraak die er was ♢ we hebben de huur van het huis opgezegd 2. het uit je hoofd zeggen of navertellen ♢ Camilla...

2024-04-25
Hoofdlijnen Nederlands Recht

Prof. mr. C.J Loonstra (1992)

opzeggen

Aan de wederpartij te kennen geven dat de overeenkomst ten einde zal komen.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opzeggen

v., opsizze.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opzeggen

(zegde, zeide op, heeft opgezegd), 1. mededelen dat men de genoemde aangegane verbintenis enz. wil doen ophouden of van een recht of dienst geen gebruik meer wil maken: een verdrag, een wapenstilstand opzeggen; de huur, een lidmaatschap opzeggen ; aan een dienstbode de dienst opzeggen; — vand. ook met een persoon als object: een knecht opzeg...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opzeggen

zeide op, h. opgezegd of opgezeid (1 uit het hoofd zeggen; 2 afzeggen; ontzeggen, verklaren, dat men niet langer zich aan iets houdt, er mee gediend is; 3 spreken, zeggen): 1. een gedicht opzeggen; 2. een knecht de huur opzeggen; de krant opzeggen; iem. het vertrouwen opzeggen; met een maand opzeggen; 3. zeg op, wat is er.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opzeggen

('op) (zei, zegde op; zeiden, zegden op; heeft opgezegd) 1. verklaren dat men een verbintenis als geëindigd beschouwt: een verdrag, een dienstbetrekking, de dienst, de huur, het lidmaatschap van een vereniging -; iemand de vriendschap -. Syn. verbreken. Tgst. → aangaan. 2. uit het hoofd zeggen : de les -. 3. voordragen : een gedich...

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opzeggen

(zegde op, heeft opgezegd), 1. mededelen dat men een verbintenis enz. wil doen ophouden of van een recht of dienst geen gebruik meer wil maken: een verdrag opzeggen; de huur, een lidmaatschap opzeggen; hij is met een maand opgezegd, staat over een maand op straat; abs. met de dienstnemer als subject: hij heeft tegen 1 febr. opgezegd; iemand de vrie...

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)