Wat is de betekenis van opwinden?

opwinden - onregelmatig werkwoord uitspraak: op-win-den 1. de veer opnieuw spannen ♢ heb je de klok opgewonden? 2. er een bol of kluwen van maken ♢ wil je me helpen deze wol op te winden?...

opwinden - geil maken, prikkelen (vgl. opgeilen, ophitsen, opjutten).

v., opwine; (van een kluwen), opwuolje, -kleaunje.

...

(wond op, heeft opgewonden), 1. door middel van een windas omhoog of opwaarts brengen : het dak van een huis opwinden, om de bovenverdieping hoger te kunnen maken; een anker opwinden ; 2. (fig.) iem. in een geestdriftige, hartstochtelijke toestand brengen: iem. opwinden voor iets, er voor doen ontgloeien; laat u door hem niet opwinden ; — zi...

wond op, h. opgewonden (1 door middel v. e. windas omhoog brengen; 2 tot een kluwen maken; om iets winden; 3 v. e. horloge: spanning geven aan de veer; 4 driftig maken; in beweging brengen): 1. het anker; 2. garen opwinden; 3. een horloge opwinden; 4. de menigte opwinden; zich opwinden, kwaad worden, zich driftig, boos maken; wind je toch zo nie...

('op) (wond op, heeft opgewonden) 1. windend omhoogbrengen; balen koffie -. 2. tot een klu- wen maken : garen -. 3. opdraaien : een horloge -. 4. driftig maken : de menigte, zich -. → opgewonden.

(wond op, heeft opgewonden), 1. door middel van een windas omhoog of opwaarts brengen: een anker opwinden 2. de veer van een uurwerk enz. spannen: de klok, een sprekende pop enz.; 3. (fig.) in een geestdriftige, hartstochtelijke toestand brengen: laat u door hem niet opwinden, zich kwaad worden, zich zeer driftig, boos maken; 4. om iets heen winde...

...