Wat is de betekenis van opwelling?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opwelling

v. (-en), opborreling; — (fig.) in een opwelling van drift; —in de eerste opwelling, zonder verder na te denken.

2025-07-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opwelling

opwelling - zelfstandig naamwoord uitspraak: op-wel-ling 1. iets plotseling denken of doen ♢ ik heb dit dure pak in een opwelling gekocht Zelfstandig naamwoord: op-wel-ling de opwelling ...

2025-07-16
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

OPWELLING

noemt men het verschijnsel, waarbij langs een zeekust water uit de diepte omhoog komt, doordat het oppervlaktewater onder invloed van een bestendige wind van de kust af gedreven wordt. Hiertoe is het niet noodzakelijk, dat de wind landafwaarts waait; aangezien het water door de Corioliskracht der aarddraaiing een afwijking naar rechts (op het N. ha...

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opwelling

v. opwellingen (het opwellen; inz. fig. opbruising): in de eerste opwelling; een opwelling van toorn.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opwelling

v. (-en), opborreling; (fig.) het opkomen van het gemoed: in een opwelling van drift; plotselinge aandrift tot handelen: in de eerste opwelling, zonder verder na te denken.

2025-07-16
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-16
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)