Wat is de betekenis van Opwachting?

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opwachting

s., opwachting.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opwachting

v., 1. het opwachten; 2. vormelijk bezoek bij iem. : zijn opwachting bij iem. maken.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opwachting

v. (plechtig bezoek): zijn opwachting maken bij een minister.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opwachting

v. het opwachten: (bij) iemand zijn maken, een plechtig bezoek afleggen.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opwachting

v., 1. het opwachten; 2. vormelijk bezoek bij iemand: zijn opwachting bij iemand maken.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opwachting

Opwachting - v. het opwachten; — (fig.) zijne opwachting bij iem. maken, een plechtig bezoek bij iem. afleggen, bij iem. zijn hof maken.