opvallend
opvallend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: op-val-lend 1. wat iedereen meteen ziet, anders dan gewoon ♢ zij is altijd opvallend gekleed Bijvoeglijk naamwoord: op-val-lend ... is opvallender dan ... ...
Muiswerk Educatief (2017)
opvallend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: op-val-lend 1. wat iedereen meteen ziet, anders dan gewoon ♢ zij is altijd opvallend gekleed Bijvoeglijk naamwoord: op-val-lend ... is opvallender dan ... ...
Instituut voor de Nederlandse taal
Opvallend detail: het aantal vaderschappen bij de onderhandelaars is een tijdje nadien sterk toegenomen.
Dr. S. Theissen (1978)
Tot in de jaren ’40 werd opvallend (bijv. in ‘opvallend gekleed zijn’) als een germanisme (D. ‘auffallend’) beschouwd voor ‘in het oog lopend’. De puristen gaven echter toe dat het zo gebruikelijk was, dat het niet meer te verdrijven was. Nu wordt opvallend door iedereen als goed Nederlands aanvaard.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. bn. bw. (-er, -st), in het oog vallend, treffend : het is opval'lend; een opval'lende overeenkomst; —bw.: opval'lend gekleed gaan ; zij zag opval'lend bleek ; II. bn., van boven neerkomend: bij op'vallend licht.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (ongewoon, opzienwekkend, opmerkelijk): haar kleding was opvallend; er opvallend slecht uitzien; opvallen(d) wordt als germ. beschouwd; beter: in het oog lopen(d), treffend, vreemd.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(het accent wisselt), I.bn. en bw. (-er, -st), in het oog vallend, treffend: het is opvallend; een opvallende overeenkomst; bw.; opvallend gekleed gaan; zij zag opvallend bleek; II. bn., van boven neerkomend: bij opvallend licht.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: