Wat is de betekenis van Optooien?

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Optooien

v., optoaije, -kwikje, -kwikkerje, -snolkje, -tuge, -túgje.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Optooien

(tooide op, heeft opgetooid), fraaier tooien, opsmukken, opsieren.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

optooien

tooide op, h. opgetooid (opschikken, opsmukken, opsieren): een kind, de bruid optooien, een feestzaal optooien; refl. zich optooien.

Wil je toegang tot alle 5 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

optooien

('op) (tooide op, heeft opgetooid) opschikken, opsieren, opsmukken: iemand, zich, iets -.

Gerelateerde zoekopdrachten