optocht
...
Instituut voor de Nederlandse Taal (2019)
de Grote ˜, feestelijke stoet die ter gelegenheid van de 3 oktoberviering door Leiden trekt. "Gedurende de middaguren staat als altijd de Grote Optocht centraal. Deze trekt vanaf 1 uur door de stad. Het is een kilometers lange stoet met schitterende groepen, praalwagens en veel muziek, gadegeslagen door zo'n tweehonderdduizend mensen."
Instituut voor de Nederlandse taal
Optocht, de Grote ˜, feestelijke stoet die ter gelegenheid van de 3 oktoberviering door Leiden trekt. "Gedurende de middaguren staat als altijd de Grote Optocht centraal. Deze trekt vanaf 1 uur door de stad. Het is een kilometers lange stoet met schitterende groepen, praalwagens en veel muziek, gadegeslagen door zo'n tweehonderdduizend mensen."
Muiswerk Educatief (2017)
optocht - zelfstandig naamwoord uitspraak: op-tocht 1. groep mensen die in een rij over straat loopt ♢ ze liepen in een optocht te demonstreren Zelfstandig naamwoord: op-tocht de optocht ...
Getty Research Institute (1990)
optocht - Te gebruiken voor grote openbare, feestelijke optochten, vaak met wagens en fanfares, die ter ere van een gedenkdag, persoon of gebeurtenis worden gehouden. Gebruik 'processies' voor een groep mensen, die ordelijk in formeel ceremonieel verband achter elkaar lopen.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), 1. het gezamenlijk optrekken van een aantal personen: in optocht ergens heen gaan; 2. stoet, schare die in rijen optrekt; — (in ’t bijz.) opzettelijk, als vertoning gevormde stoet die langs een bepaalde route optrekt, met muziek, vaandels enz.: de optocht komt hier voorbij; een historische optocht, waarin groepen van personen...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: