Wat is de betekenis van optater?

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

optater

(1930) (inf.) duw; klap (ook figuurlijk). • … het bleek een optater van belang voor de eigenliefde der Italianen. (de Telegraaf, 19/07/1954) • Als die knaap na zo'n optater nog een vaste hand heeft, kan hij bij circus Strassburger komen. (Richard Perridon: Ik lijk op ‘t lijk. 1959) • Het leek erop, dat Denemarken deze...

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

optater

optater - zelfstandig naamwoord uitspraak: op-ta-ter 1. keer dat iemand geslagen wordt ♢ plotseling kreeg Webbo een optater tegen zijn hoofd Zelfstandig naamwoord: op-ta-ter de optater d...

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

optater

m. (-s), opduvel.

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)