Wat is de betekenis van Opsodemietertje?

2024-04-18
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Opsodemietertje

klein persoon. Syn.: onderdeur; opdondertje; oplazertje. Welk meisje dat zo lang was, wilde nu met zo’n klein opsodemietertje gaan? (Hans Koekoek, Lief zijn toegestaan, 1982)

Gerelateerde zoekopdrachten