Wat is de betekenis van Opsodemieter?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

opsodemieter

1) (1901) (Barg.) harde klap of stoot (ook figuurlijk). Wellicht onder invloed van opdonder, met gedachte aan 'sodemieteren' (smijten, gooien, smakken). Syn.: opdonder*. • Zeg nou nog's rooie dief, as je 't lef heb, dan za'k je 'n ópsodemieter verkoopen, dat je voor de wereld legt. (L. H. Drabbe: Het dappere Hollandsche leger. 3e druk...

2024-03-28
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Opsodemieter

Opsodemieter is in 1980 gehoord in Bergeijk in Noord-Brabant. Van Dale vermeldt deze borrel naam, die onlangs ook in Amsterdam is gesignaleerd, sinds 1984. Een Amsterdamse informant schreef dat zij het woord van haar grootvader had geleerd. 'Hij gebruikte deze borrel naam zelden waar de kinderen bij waren, dus onthou je 'm des te beter als ze schul...

2024-03-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opsodemieter

m. (-s), (gemeenz.) oplawaai.