opsodemieter
1) (1901) (Barg.) harde klap of stoot (ook figuurlijk). Wellicht onder invloed van opdonder, met gedachte aan 'sodemieteren' (smijten, gooien, smakken). Syn.: opdonder*. • Zeg nou nog's rooie dief, as je 't lef heb, dan za'k je 'n ópsodemieter verkoopen, dat je voor de wereld legt. (L. H. Drabbe: Het dappere Hollandsche leger. 3e druk...