opsluiting
opsluiting - zelfstandig naamwoord uitspraak: op-slui-ting 1. het gevangen zetten ♢ de officier eiste opsluiting van de hooligan 2. het in een situatie zijn dat je niet weg kunt ♢ de opsluiting...
Muiswerk Educatief (2017)
opsluiting - zelfstandig naamwoord uitspraak: op-slui-ting 1. het gevangen zetten ♢ de officier eiste opsluiting van de hooligan 2. het in een situatie zijn dat je niet weg kunt ♢ de opsluiting...
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. het opsluiten of opgesloten woorden; gevangenzetting: opsluiting in een straf cel; veroordeeld tot eenzame opsluiting; 2. (nat.) het vasthouden van zekere gasvormige stoffen zonder dat er van een eigenlijke chemische verbinding sprake, is, occlusie ; 3. (bouwk.) het vastzetten van een aantal verbonden delen van een bouwwerk; 4. keg of wig...
M. J. Koenen's (1937)
v. opsluitingen: een jaar eenzame opsluiting; Belgie: lichte vrijheidsstraf in criminele zaken.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v., 1. het opsluiten of opgesloten-worden: gevangenzetting: opsluiting in een strafcel; 2. het vasthouden van bepaalde gasvormige stoffen zonder dat er van een eigenlijke chemische verbinding sprake is, occlusie; 3. het vastzetten van een aantal verbonden delen van een bouwwerk; afsluitende rand om bestratingen.
Jacob van Lennep (1865)
z.n.v. - Keg of wig, die tusschen het handvatsel en den hame gestoken wordt, om deze te doen vastzitten.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: