Wat is de betekenis van opslaan?

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opslaan

opslaan - onregelmatig werkwoord uitspraak: op-slaan 1. zorgen dat het blijft ♢ de spullen zijn opgeslagen in het pakhuis 2. een bal met een bepaalde slag in het spel brengen ♢ zij maakte bij he...

2024-04-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

opslaan

opgeslaan, oplig (oë); omvou (kraag), oprig (tent); verhoog (prys); na bo klap; opkom sonder gesaai te wees; opspring (koeël); berg (goedere); uit grond opstyg (lug).

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opslaan

v., opslaen.

2024-04-23
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opslaan

(sloeg op, heeft en is opgeslagen), 1. opwaarts, in de hoogte slaan; met een slag of ruk omhoog brengen: een bal, een tip opslaan; — (kolfspel) een bal opslaan, de paal met de bal raken ; op- en opslaan, door het uitslaan de achterpaal en door het terugslaan de voorpaal raken ; — de hengel snel ophalen: als zijn hart hem zegt dat hij be...

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opslaan

sloeg op, h. (1, 2, 3, 4, 5, 7), i. (6) opgeslagen (1 opwaarts slaan, in de hoogte slaan; 2 van ogen of de blik; omhoogrichten; van gesloten ogen: openen; 3 openen; openslaan; 4 in elkaar slaan, samenstellen, oprichten, doen verrijzen; fig. vestigen; 5 verhogen, duurder maken; 6 duurder worden; 7 opstapelen in een pakhuis; 8 opdoen, aanschaffen): 1...

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opslaan

('op) (sloeg op, opgeslagen) I. (heeft) 1. door slaan in de hoogte doen gaan: een bal -. 2. in de hoogte brengen: de mouwen -; de neerhangende bladen van een tafel -; zijn schort -; de kraag van zijn jas -. 3. omslaan: zijn broek -. 4. in de hoogte richten: een blik -; de ogen uit verlegenheid niet durven -. 5. verhogen (in prijs): het vl...

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opslaan

(sloeg op, heeft en is opgeslagen), 1. (overg.) opwaarts, in de hoogte slaan: met een slag of ruk omhoog brengen: een bal opslaan; (kolfspel) een bal de paal met de bal raken; open door het uitslaan de achterpaal en door het terugslaan de voorpaal raken; de hengel snel ophalen; 2. (onoverg.) draaiend, scharnierend omhoog gaan: opslaande vensters;...

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Opslaan

Opslaan - van koopwaren: 1. In prijs rijzen, duurder worden. 2. Op een zolder, in een pakhuis bergen, om tijdelijk te bewaren. 3. Voorraad van iets inslaan, opdoen, koopen.