opslaan
opslaan - onregelmatig werkwoord uitspraak: op-slaan 1. zorgen dat het blijft ♢ de spullen zijn opgeslagen in het pakhuis 2. een bal met een bepaalde slag in het spel brengen ♢ zij maakte bij he...
Muiswerk Educatief (2017)
opslaan - onregelmatig werkwoord uitspraak: op-slaan 1. zorgen dat het blijft ♢ de spullen zijn opgeslagen in het pakhuis 2. een bal met een bepaalde slag in het spel brengen ♢ zij maakte bij he...
H.J. Terblanche - M.A., D. Litt
opgeslaan, oplig (oë); omvou (kraag), oprig (tent); verhoog (prys); na bo klap; opkom sonder gesaai te wees; opspring (koeël); berg (goedere); uit grond opstyg (lug).
Van Dale Uitgevers (1950)
(sloeg op, heeft en is opgeslagen), 1. opwaarts, in de hoogte slaan; met een slag of ruk omhoog brengen: een bal, een tip opslaan; — (kolfspel) een bal opslaan, de paal met de bal raken ; op- en opslaan, door het uitslaan de achterpaal en door het terugslaan de voorpaal raken ; — de hengel snel ophalen: als zijn hart hem zegt dat hij be...
M. J. Koenen's (1937)
sloeg op, h. (1, 2, 3, 4, 5, 7), i. (6) opgeslagen (1 opwaarts slaan, in de hoogte slaan; 2 van ogen of de blik; omhoogrichten; van gesloten ogen: openen; 3 openen; openslaan; 4 in elkaar slaan, samenstellen, oprichten, doen verrijzen; fig. vestigen; 5 verhogen, duurder maken; 6 duurder worden; 7 opstapelen in een pakhuis; 8 opdoen, aanschaffen): 1...
Jozef Verschueren (1930)
('op) (sloeg op, opgeslagen) I. (heeft) 1. door slaan in de hoogte doen gaan: een bal -. 2. in de hoogte brengen: de mouwen -; de neerhangende bladen van een tafel -; zijn schort -; de kraag van zijn jas -. 3. omslaan: zijn broek -. 4. in de hoogte richten: een blik -; de ogen uit verlegenheid niet durven -. 5. verhogen (in prijs): het vl...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(sloeg op, heeft en is opgeslagen), 1. (overg.) opwaarts, in de hoogte slaan: met een slag of ruk omhoog brengen: een bal opslaan; (kolfspel) een bal de paal met de bal raken; open door het uitslaan de achterpaal en door het terugslaan de voorpaal raken; de hengel snel ophalen; 2. (onoverg.) draaiend, scharnierend omhoog gaan: opslaande vensters;...
J. Hagers (1910)
Opslaan - van koopwaren: 1. In prijs rijzen, duurder worden. 2. Op een zolder, in een pakhuis bergen, om tijdelijk te bewaren. 3. Voorraad van iets inslaan, opdoen, koopen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: