Wat is de betekenis van Opschorten?

2024-03-29
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

opschorten

Opschorten betekent "uitstellen" of "tijdelijk stopzetten". Het kan worden gebruikt in verschillende contexten: - (business) wanneer een betaling of een contract tijdelijk wordt uitgesteld of stopgezet, kan het worden beschouwd als opgeschort; - (politiek) een wetsvoorstel of een beslissing kan tijdelijk worden opgeschort om m...

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

opschorten

(17e eeuw) (euf.) uitstellen; geen beslissing nemen. Vaak gezegd van zaken waar men niet direct raad mee weet. • Vandaag kon hij echter niks nuttigs meer uitrichten - het was immers al donker. Het onderzoek voor onbepaalde tijd opschorten, heette zoiets in recherchekringen. Een eufemisme voor ‘met de handen in het haar zitten’. (De...

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opschorten

opschorten - regelmatig werkwoord uitspraak: op-schor-ten 1. er tijdelijk mee ophouden ♢ we hebben de vergadering opgeschort tot volgende week Regelmatig werkwoord: op-schor-ten ik schort op (... ik opschort)...

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opschorten

v., útstelle, forstelle.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opschorten

(schortte op, heeft opgeschort), 1. opgorden, hoger schorten, opkorten door een gedeelte tussen de gordel of band te steken: een rok opschorten; — een pot opschorten, hoger hangen, opschakelen; 2. uitstellen, op een later tijdstip stellen: schort uw oordeel op, wacht er mee tot u meer bijzonderheden kent; — de uitvoering van een vonnis,...

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opschorten

schortte op, h. opgeschort (1 in de hoogte gorden en daardoor korter maken; 2 uitstellen, op een later tijdstip stellen): 1. een japon opschorten; 2. een vonnis, oordeel, geding opschorten.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opschorten

('op) (schortte op, heeft opgeschort) 1. in de hoogte schorten, opgorden: een japon -. 2. uitstellen: een werk, vonnis -.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opschorten

(schortte op, heeft opgeschort), uitstellen, op een later tijdstip stellen: schort je oordeel op, wacht ermee tot je meer bijzonderheden kent; de uitvoering van een vonnis, een geding opschorten.