oprotten
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
ophoepelen. onmiddellijk weggaan; direct vertrekken, verdwijnen; zich zo snel mogelijk uit de voeten maken; maken dat je wegkomt; ophoepelen; wegwezen. Voorbeelden: Vier weken ziekteverlof! Een ander zou de chef er op zijn blote knieën voor danken. Hij misschien ook, onder andere omstandigheden. Maar nu betekende het: oprotten,...
Marc De Coster (2020-2025)
(1946) (inf.) ophoepelen. Vooral imperatief: rot op! Een variant is: 'Rot op naar je eiland!' (gehoord in 1946). • 'Nou, rot je nou op?' viel de agent uit tegen mij. (Rinus Ferdinandusse: Zij droeg die nacht een paars corset. 1967) • En jij moest nu maar eens oprotten! (L.H. Wiener: Zwarte vrijdag. 1967) • Je hebt hier een kamer ge...
Muiswerk Educatief (2017)
oprotten - regelmatig werkwoord uitspraak: op-rot-ten 1. weggaan (plat) ♢ rot op! Regelmatig werkwoord: op-rot-ten ik rot op (... ik oprot) jij/u rot op (... jij oprot)...
Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)
De verwensing rot op! betekent ‘ik wil niets meer met je te maken hebben, maak dat je wegkomt’. Zij wordt gebruikt in geval van verontwaardiging, boosheid, woede enz. Het is een misverstand dat de verwensing rot op naar je eiland! een uitgesproken Leidse verwensing is. Zij is net zo Rotterdams als Leids, als wij tenminste...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: