opperste
hoof; vernaamste, hoogste; grootste.
Van Dale Uitgevers (1950)
1. m. (-n), hoofdgebieder, aanvoerder; generaal: de opperste der bende; 2. o., wat het hoogst ligt of is; — (Zuidn.) vliering, zolder onmiddellijk onder het dak.
J.H. van Dale (1898)
Het begrip opperste heeft 3 verschillende betekenissen: 1. opperste - opperste - 1. Opperste bn. hoogste, eerste, bovenste, voornaamste 2. opperste - opperste - 2. Opperste m. (-n), hoofdgebieder, aanvoerder; generaal (eener geestelijke orde). 3. opperste - opperste - 3. Opperste o. (-n), (Zuidn.) vliering: zolder, onmiddellijk onder het dak.
I.M. Calisch (1864)
Opperste, bn. hoogste, eerste, bovenste, voornaamste. *-, m. (-en), hoofdgebieder, aanvoerder; generaal (eener geestelijke orde).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: