Wat is de betekenis van opoffering?

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opoffering

opoffering - zelfstandig naamwoord uitspraak: op-of-fe-ring 1. iets wat je voor een ander of een goede zaak over hebt ♢ winkelen met mijn dochter is geen opoffering voor mij Zelfstandig naamwoord: op-of-fe-ring de op...

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opoffering

s., opoffering.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opoffering

v. (-en), 1. het ten offer brengen, prijsgeven van iets ; 2. offer dat men brengt; handeling ten behoeve van anderen, ten koste van eigen lust of voordeel: dat is een hele opoffering voor hem ; zich grote opofferingen getroosten.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opoffering

v. opofferingen: zich een opoffering getroosten.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opoffering

v. (-en) het opofferen: zich veel -en getroosten.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opoffering

v. (-en), handeling ten behoeve van anderen, ten koste van eigen genoegen of voordeel: dat is een hele opoffering voor hem; zich grote opofferingen getroosten.

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)