opmerkelijk
opmerkelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: op-mer-ke-lijk 1. wat iedereen meteen ziet, anders dan gewoon ♢ het is opmerkelijk dat hij allemaal tienen haalt Bijvoeglijk naamwoord: op-mer-ke-lijk ... is opmerkelijk...
Nederlands woordenboek voor onderwijs
opmerkelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: op-mer-ke-lijk 1. wat iedereen meteen ziet, anders dan gewoon ♢ het is opmerkelijk dat hij allemaal tienen haalt Bijvoeglijk naamwoord: op-mer-ke-lijk ... is opmerkelijk...
Nederlandse encyclopedie
bn. en bw. (-er, -st), 1. opmerking verdienend, merkwaardig: een verschijnsel; de barometer staat opmerkelijk laag; 2. vreemd, zonderling.
Nu slechts 21,95!
Friesch woordenboek
adj. & adv., opmerklik, eigenaerdich.
Nederlands woordenboek (7e druk - 1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. opmerking verdienende, merkwaardig: een opmerkelijk verschijnsel; de barometer staat opmerkelijk laag; 2. (w. g.) vreemd, zonderling : hij was opmerkelijk gekleed.
M. J. Koenen's Verklarend handwoordenboek
bn., bw. (opmerkenswaard, merkwaardig; ook: zonderling, vreemd): een feit; hij was opmerkelijk gekleed.
Modern Woordenboek (1930-1961)
(op'merkələk) bn. en bw. (-er, -st) 1. opmerking waard, verdienend: een feit. 2. belangrijk: een -e wijziging. Syn. ➝ aanmerkelijk. 3. treffend door iets dat van het gewone afwijkt: gekleed. Syn. ➝ bevreemdend.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
Opmerkelijk bn. bw. (-er, -st), opmerking waard, verdienende: het is opmerkelijk dat...; een opmerkelijk verschijnsel; — vreemd, zonderling. OPMERKELIJKHEID, v. (w. g.)
Handwoordenboek van Nederlansche Synoniemen 1898
zie Bijzonder.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.