Wat is de betekenis van opmerkelijk?

2024-04-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opmerkelijk

opmerkelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: op-mer-ke-lijk 1. wat iedereen meteen ziet, anders dan gewoon ♢ het is opmerkelijk dat hij allemaal tienen haalt Bijvoeglijk naamwoord: op-mer-ke-lijk ... is opmerkelijk...

2024-04-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opmerkelijk

adj. & adv., opmerklik, eigenaerdich.

2024-04-18
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opmerkelijk

bn. bw. (-er, -st), 1. opmerking verdienende, merkwaardig: een opmerkelijk verschijnsel; de barometer staat opmerkelijk laag; 2. (w. g.) vreemd, zonderling : hij was opmerkelijk gekleed.

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opmerkelijk

bn., bw. (opmerkenswaard, merkwaardig; ook: zonderling, vreemd): een feit; hij was opmerkelijk gekleed.

2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opmerkelijk

(op'merkələk) bn. en bw. (-er, -st) 1. opmerking waard, verdienend: een feit. 2. belangrijk: een -e wijziging. Syn. ➝ aanmerkelijk. 3. treffend door iets dat van het gewone afwijkt: gekleed. Syn. ➝ bevreemdend.

2024-04-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opmerkelijk

bn. en bw. (-er, -st), 1. opmerking verdienend, merkwaardig: een verschijnsel; de barometer staat opmerkelijk laag; 2. vreemd, zonderling.

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opmerkelijk

Opmerkelijk bn. bw. (-er, -st), opmerking waard, verdienende: het is opmerkelijk dat...; een opmerkelijk verschijnsel; — vreemd, zonderling. OPMERKELIJKHEID, v. (w. g.)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Opmerkelijk

zie Bijzonder.