Wat is de betekenis van Opgezet?

2024-04-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opgezet

opgezet - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: op-ge-zet 1. erg breed of met een grote omvang ♢ haar ene wang is helemaal opgezet Bijvoeglijk naamwoord: op-ge-zet de/het opgezette ... Synoniemen corpulent,...

2024-04-16
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

opgezet

blij. Ze was er niet mee opgezet.

2024-04-16
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

opgezet

(bn.) – met iets opgezet zijn, ingenomen zijn, in zijn schik, tevreden zijn met iets. - ze is mooi opgezet, ze is mooi opgemaakt, ze ziet er keurig uit zie spel. En hij eindigde in de overtreffende trap: het gaat om een gemanipuleerd en opgezet spel door CD&V, die aan laag bij de grondse oppositie doet waar de veiligheid...

2024-04-16
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

opgezet

1. Van te voren overlegd, in de verb. met opgezette(n) wil, met opzet, met voorbedachten rade. (Zie ook BO en C.). Ik vergat met opgezetten wil er bij te voegen, dat het wel zeer laat zou kunnen zijn, VERMEYEN 1947, 65, 1. 2. Van te voren beraamd, afgesproken, vooral in de verb. (het is) opgezet spel, een doorgestoken kaart....

2024-04-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opgezet

adj., opset, tsjok, poff(er)ich, paffich, opdrachtich, opdreaun; — van gelaat, opset om 'e holle, plodsk, plodzich.

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opgezet

bn., 1. gezwollen: een opgezet gelaat; een opgezette buik; 2. (Zuidn.) opgetooid, opgesmukt; vandaar oneig. : opgezet zijn met iets, er mede in zijn schik zijn; 3. (thans nog Zuidn.) iets doen met opgezette wil. met opzet, met voorbedachten rade.

2024-04-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opgezet

bn. (1 gezwollen; 2 Z.-N. opgedirkt): 1. een opgezet been; 2. fig. met iets opgezet zijn, er mee ingenomen.

2024-04-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opgezet

('op) bn. 1. gezwollen: een been. 2. voorbedacht: met -te raad, wil.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opgezet

1. bn., gezwollen: een opgezet gezicht; 2. (gew.) bn. en bw., opgescheept: zijn opgezet met.