openlijk
openlijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: o-pen-lijk 1. in het openbaar ♢ hij zegt openlijk dat hij homo is Bijvoeglijk naamwoord: o-pen-lijk ... is openlijker dan ... het openlijkst...
Muiswerk Educatief (2017)
openlijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: o-pen-lijk 1. in het openbaar ♢ hij zegt openlijk dat hij homo is Bijvoeglijk naamwoord: o-pen-lijk ... is openlijker dan ... het openlijkst...
Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)
Openlijk - onverbloemd de lesbische levenswijze uitdragend. Het hebben van eigen kapitaal, dan wel van een baan die echt goed verdiende, was waarschijnlijk ook de enige manier om je onafhankelijk te kunnen opstellen en openlijk lesbisch te leven. (Homojaarboek 1, 1981). Veel is er al onthuld over het lesbisch lief en leed op, om en vooral rond de t...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: