opeenvolging
opeenvolging - zelfstandig naamwoord uitspraak: op-een-vol-ging 1. rij van dingen die op elkaar volgen ♢ het was een opeenvolging van feesten in die tijd 2. de manier waarop ze op elkaar volgen ...
Muiswerk Educatief (2017)
opeenvolging - zelfstandig naamwoord uitspraak: op-een-vol-ging 1. rij van dingen die op elkaar volgen ♢ het was een opeenvolging van feesten in die tijd 2. de manier waarop ze op elkaar volgen ...
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. het opeenvolgen; 2. lange reeks, aaneenschakeling: het was een opeenvolging van feesten.
Jozef Verschueren (1930)
v. 1. Eig. het opeenvolgen. 2. Metn. reeks, aaneenschakeling: een van rampen, feesten.
Dr. L. Brouwers (1928)
Adjectief: opeenvolgend, successief, consecutief, subsecutief, navolgend, naastkomend, naastvolgend, samenhangend, geschaard, gerist, achterstaand, laagvormig, anderdaags, beurtelings, serieel. hoeveelste, zoveelste, eerste, primus, premier, tweede, ander, secundus, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste, negende, tiende, elfde, twa...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: