Wat is de betekenis van opeenvolging?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opeenvolging

opeenvolging - zelfstandig naamwoord uitspraak: op-een-vol-ging 1. rij van dingen die op elkaar volgen ♢ het was een opeenvolging van feesten in die tijd 2. de manier waarop ze op elkaar volgen ...

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

opeenvolging

aaneenskakeling.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opeenvolging

v., 1. het opeenvolgen; 2. lange reeks, aaneenschakeling: het was een opeenvolging van feesten.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opeenvolging

v. 1. Eig. het opeenvolgen. 2. Metn. reeks, aaneenschakeling: een van rampen, feesten.

2024-04-26
Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Opeenvolging

Adjectief: opeenvolgend, successief, consecutief, subsecutief, navolgend, naastkomend, naastvolgend, samenhangend, geschaard, gerist, achterstaand, laagvormig, anderdaags, beurtelings, serieel. hoeveelste, zoveelste, eerste, primus, premier, tweede, ander, secundus, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste, negende, tiende, elfde, twa...

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)