Wat is de betekenis van opeenhoping?

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opeenhoping

opeenhoping - zelfstandig naamwoord uitspraak: op-een-ho-ping 1. het tot een hoop maken of worden ♢ door opeenhoping was het hout een fikse berg geworden 2. het toenemen tot een grote hoeveelheid ...

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opeenhoping

v., 1. het (zich) opeenhopen; 2. (-en), het opeengehoopte: een opeenhoping van delfstoffen.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opeenhoping

v. (-en) 1. Eig. het zich opeenhopen. 2. Metn. het opeengehoopte: een van delfstoffen.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opeenhoping

v., 1. het (zich) opeenhopen: van werkzaamheden; soms met de gedachte aan belemmering: een van het verkeer; 2. (-en), het opeengehoopte: een opeenhoping van gemeenplaatsen.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)