Wat is de betekenis van Opduvel?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

opduvel

(19e eeuw) (inf.) harde vuistslag; stomp; klap. Syn.: opdonder*. • Ko! Ko! schei es uit met je luizendresseerderij, en geef hem een opduvel. (Herman Heijermans: Droomkoninkje. 1924) • Hij geeft het — zo zijn toch die kunstenaars — een opduvel, dat het aan de andere kant van het vertrek terecht komt, doch het beestje heeft de...

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opduvel

m. (-s), (gemeenz.) klap, stoot, duw, opstopper: iem. een opduvel geven.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opduvel

m. (-s), (gemeenz.) klap, stoot, duw, opstopper: iemand een geven.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opduvel

Opduvel m. (-s), (gemeenz.) klap, stoot, duw, opstopper : iem. een opduvel geven.