Opdirken
Voor het feest heeft ma zich opgedirkt: ma heeft zich mooi uitgedost.
Genootschap Onze Taal (2001)
Waar werd het werkwoord opdirken voor het eerst gebruikt? a In het zeventiende-eeuwse Amsterdam. Dirk is een ander woord voor drek; de Amsterdamse grachten werden één keer per jaar gereinigd; alle drek en andere troep werd dan naar boven gehaald. b In de Zuid-Hollandse gemeente Oud-Alblas; in de jaren twintig van de twi...
Van Dale Uitgevers (1950)
(dirkte op, heeft opgedirkt), 1. (scheepst.) met dirken ophalen, ophijsen; 2. (gemeenz.) mooi maken, bep. zonder smaak, met overlading opschikken, optuigen: zij ziet er echt opgedirkt uit.
M. J. Koenen's (1937)
dirkte op, h. opgedirkt ([te opzichtig] opschikken): zich opdirken, zich al te opzichtig kleden.
F.A. Stoett (1923-1925)
D.i. mooi aankleeden; ook opschikken, opsmukken; eig. ‘op zeeschepen de buitennok van den bezaans- of brikzeilsboom door middel van de dirken oplichten, in de hoogte halen; op binnenvaartuigen en bij de visschersvloot: de giek ophijschen door middel van de loopende dirk’. Vandaar, evenals bij optakelen en optuigen, aanklee...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(dirkte op, heeft opgedirkt), (gemeenz.) mooi maken, vaak zonder smaak: zij ziet er echt opgedirkt uit.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: