Wat is de betekenis van Oorzakelijk?

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oorzakelijk

bn., de oorzaak van iets in zich besluitende: oorzakelijk verband, de betrekking tussen twee verschijnselen, waarvan het ene de oorzaak is van het andere ; — (spraakk.) oorzakelijk zinsverband, waarbij de ene zin de oorzaak (reden of grond) van de inhoud van de andere bevat; — oorzakelijk voorwerp, dat de persoon of de zaak noemt die aa...

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

oorzakelijk

bn. (de oorzaak van iets in zich besluitende, er mede in betrekking staande, daartoe betrekkelijk, behorende): het oorzakelijk of causaal verband, de betrekking tussen twee verschijnselen, waarvan het ene de oorzaak is van het andere.

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

oorzakelijk

(o:r’za:'kələk) bn. van, betreffende de oorzaak : een → verband, voorwerp, → zinsverband. Syn. kausaal.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

oorzakelijk

bn., de oorzaak van iets in zich besluitend: verband, de betrekking tussen twee verschijnselen, waarvan het ene de oorzaak is van het andere.

2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Oorzakelijk

Oorzakelijk bn. de oorzaak van iets in zich besluitende: oorzakelijk verband, de betrekking tusschen twee verschijnselen, waarvan het eene de oorzaak is van het andere; — (sprk.) oorzakelijk zinsverband, waarbij de eene zin de oorzaak (reden of grond) van den inhoud des anderen bevat; — oorzakelijk voorwerp, dat den persoon of de zaak...

2024-04-23
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)