Wat is de betekenis van oorzaak?

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

oorzaak

oorzaak - zelfstandig naamwoord uitspraak: oor-zaak 1. waardoor het komt ♢ de oorzaak van de ramp was een losse motor 1. bijwoordelijke bepaling van oorzaak [geeft aan waardoor iets komt, bijv.: ie...

2024-03-29
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Oorzaak

Het voorvoegsel oorkomt ook voor in de onbetoonde vorm er- en in de vorm oer-. Er is slechts een zevental woorden in onze taal, dat met dit voorvoegsel is samengesteld en een daarvan is: oorzaak. Daarin heeft ooreen versterkende betekenis: het woorddeel zaak moet worden opgevat in de zin van het Latijnse causa. In deze betekenis zegt Ruusbroec: God...

2024-03-29
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Oorzaak

causa, datgene wat de ziekte of een symptoom teweegbrengt. Ook in principe is het niet altijd eenvoudig om van een oorzaak te spreken en komt men tot het opsommen van een reeks van samenwerkende omstandigheden (conditionaliteit in plaats van causaliteit, zie causa, causaal en condition(al)isme). Vaak liggen de belangrijkste oorzaken ook in het maat...

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Oorzaak

s., oarsaek; uitvan, út reden fan; dat is de —, dat docht it him.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oorzaak

v. (...zaken), 1. datgene wat noodwendig een zeker gevolg met zich brengt (voor zover iets anders dit niet belet), met betr. tot dat gevolg : het groot worden is de oorzaak van vele smarten ; wat de naaste oorzaak harer kwaal is, is voor mij onbekend; oorzaak en gevolg; —ter oorzake van..., uit hoofde van; — (spr.) gelijke oorzaken (heb...

2024-03-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Oorzaak

zie Causa.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

oorzaak

v. oorzaken (zaak, waaruit een andere noodzakelijk ontstaat, zo iets anders dit niet belet): de eerste, de naaste oorzaak; tot de van iets opklimmen; ter oorzaak (of: oorzake) van; zegsw. kleine oorzaken hebben (soms) grote gevolgen; gelijke oorzaken, gelijke gevolgen.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Oorzaak

1° (wijsbegeerte) een principe, dat wezenlijk het zijn van iets anders beïnvloedt, zoodat dit laatste (➝ gevolg of effect) er wezenlijk van afhangt en het bestaan van dat principe wezenlijk vooronderstelt. Deze wezenlijke afhankelijkheid is het meest karakteristieke kenmerk van het veroorzaakt zijn. Het vordert echter geenszins, dat de o....