oortje
...
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip oortje heeft 3 verschillende betekenissen: 1) oud, klein muntje. oud, klein muntje; ook: bedrag ter waarde van dit muntje. 2) klein oor. klein oor. 3) handvat van een kopje.
Marc De Coster (2020-2024)
1) (2000+) (politie/ onderwereld) officiële persoonsbeveiliger of bodyguard; lijfwacht. • (Elsevier, 17/12/2005: Van aanlopen tot zwijntjesjager). 2) (1988) (journ.) kleine advertentieruimte links of rechts van de kop van een dagblad. In het Engelse vakjargon noemt men de kleine ruimte met weersinformatie de 'weather ear'. ...
Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)
oortje: zend- en ontvangstapparatuur waarmee de ploegleiding met de renners en de renners onderling kunnen communiceren. Het 'oortje' is het onderdeel dat de renners in hun oor plaatsen en via hetwelk ze elkaar en de ploegleiding kunnen horen. Het 'zendertje' is het apparaatje dat via een kabeltje, waarop zich een microfoontje bevindt, verbonden is...
Jan Luitzen (2009)
(het; -s) - luidsprekertje dat door een renner in of op het oor wordt gedragen en waardoor hij aanwijzingen kan ontvangen van bv. de ploegleiding. • Bij alle zeven rijders van Phonak tijdens de Ronde van Nederland 2002 zit er met tape een kwart centimeter dikke zender/ontvanger van acht bij vijf centimeter op hun rug vastgeplakt. Het ene snoertje l...
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
1. aan het boekblok vastgelijmde en -genaaide strook papier of perkament waarop de platten worden vastgelijmd, als extra versteviging van het verband. 2. smal, om te vouwen strookje, bevestigd aan de rugzijde van een los blad of losse plaat, om het mee vastnaaien daarvan in het boekblok mogelijk te maken.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: