Wat is de betekenis van oorsmeer?

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

oorsmeer

oorsmeer - zelfstandig naamwoord uitspraak: oor-smeer 1. gelige, vettige stof in de gehoorgang ♢ met een wattenstaafje haal ik de oorsmeer uit mijn oren Zelfstandig naamwoord: oor-smeer de oorsmeer

2024-03-29
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

oorsmeer

Stof uit klieren in de gehoorgang van het oor, vermengd met huidschilfers, haren en stof. Het vangt viezigheid op die vanbuiten in het oor terechtkomt. Meestal komt het bruine spul (lijkt een beetje op pindakaas) op een natuurlijke manier in kleine brokjes uit het oor. Oorsmeer bevat afweerstoffen die beschermen tegen besmetting door ziekteverwekke...

2024-03-29
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Oorsmeer

(o.), syn. oorwas, cerumen; in de uitwendige gehoorgang afgescheiden vettige, geelachtige stof.

2024-03-29
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Oorsmeer

oorwas, zie cerumen.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oorsmeer

o., gele, vettige stof, door de smeerkliertjes in de uitwendige gehoorgang afgescheiden.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

oorsmeer

o. (gele, vettige oorstof).

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

oorsmeer

('o:r) o. gele, vettige, bitter smakende stof in de gehoorgang.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Polulaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Oorsmeer

Cerumen, zie Oor.