oorlof
(13e eeuw, vero) toestemming, vergunning; verlof (om heen te gaan); (16e eeuw) afscheid; vaarwel; adieu. "Oorlof mijn arme schapen, Die zijt in grooten nood". (Vaarwel uit het Wilhelmus). 'Zijn oorlof nemen': afscheid nemen. • Oorlof, afscheid; hier: adieu, vaarwel. Elders beteekent het: verlof, vergunning, afscheid. „ Soo nam hij oorlof...