oogwenk
oogwenk - zelfstandig naamwoord uitspraak: oog-wenk 1. korte tijd ♢ in een oogwenk was hij weer terug Zelfstandig naamwoord: oog-wenk de oogwenk Synoniemen flits, minuut, moment, mum, ogenblik, tel
Muiswerk Educatief (2017)
oogwenk - zelfstandig naamwoord uitspraak: oog-wenk 1. korte tijd ♢ in een oogwenk was hij weer terug Zelfstandig naamwoord: oog-wenk de oogwenk Synoniemen flits, minuut, moment, mum, ogenblik, tel
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), 1. wenk der ogen, snelle blik: iem. een oogwenk geven, hem een blik van verstandhouding toewerpen; 2. (fig.) tijd nodig voor een oogwenk, ogenblik: het duurde slechts een oogwenk: in een oogwenk was hij terug.
Jozef Verschueren (1930)
('o:ch) m. (–en) 1. Eig. wenk, snelle blik van de ogen : zij had de brief maar met een – gezien; iemand een – geven, een blik van verstandhouding toewerpen. 2. Metf. ogenblik : in, voor een –.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-en), 1. wenk van de ogen, snelle blik: iemand een geven, hem een blik van verstandhouding toewerpen; 2. (fig.) ogenblik: in een was hij terug.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: