Wat is de betekenis van oogverblindend?

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

oogverblindend

oogverblindend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: oog-ver-blin-dend 1. heel erg mooi ♢ de nieuwe verloofde van Guus is oogverblindend 2. waar het zien onmogelijk door wordt ♢ die laagstaande zon...

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oogverblindend

bn., zodanig dat het de ogen verblindt, het zien onmogelijk maakt: oogverblindend licht, zeer sterk ; — zeer schitterend : oogverblindende pracht, luister; — met oogverblindende snelheid, zo snel dat het niet te volgen is met de ogen.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

oogverblindend

bn. (zeer schitterend): oogverblindende pracht, oogverblindende luister.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

oogverblindend

bn. I. ('o:ch) scherp in het oog schijnend : – licht. II. ('blindənt) 1. zeer schitterend : –e luister. 2. zeer groot : met –e snelheid.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

oogverblindend

bn., 1. zodanig dat het het zien onmogelijk maakt: oogverblindend licht, zeer sterk; 2. zeer schitterend: oogverblindende pracht, luister.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Oogverblindend

Oogverblindend bn. zoodanig dat het de oogen verblindt, het zien onmogelijk maakt: oogverblindend licht; — met oogverblindende snelheid, zoo snel dat het niet te volgen is met de oogen.