Wat is de betekenis van onzin?

2024-04-20
Klankschaal ABC

Geert Verbeke (2000)

onzin

Door de secularisatie van onze wereld komen veel mensen in een spiritueel vacuüm terecht. Het is dus best te begrijpen dat al eens een eenzame klankschaalliefhebber gaat grossieren in spirituele onzin. ‘Beschikbaar zijn’, ‘actief luisteren’ en ‘relativerende humor’ zijn dè instappen waar het wezenlijk om draait.

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

onzin

Het begrip onzin heeft 9 verschillende betekenissen: 1) zinloze gedachten. denkwerk, meestal geuit in de vorm van een bewering, een verhaal, een betoog, een theorie, en dergelijke, dat de toets van de rede of de werkelijkheid niet kan doorstaan, dat niet ter zake is, of dat flagrant onjuist is. 2) loos gepraat. gepraat zonder veel in...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onzin

onzin - zelfstandig naamwoord uitspraak: on-zin 1. dwaze, domme praat ♢ wat slaat hij weer een onzin uit! Zelfstandig naamwoord: on-zin de onzin Synoniemen flauwekul, nonsens, quatsch Tegenstelling...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onzin

s., ûnsin, wipwap.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onzin

m., 1. wat geen redelijke zin heeft ; uiting van dwaze redenering, zotteklap, nonsens: ’t is onzin wat hij daar zegt; niemand zal die onzin geloven ; geleerde onzin, onzinnige praat met vertoon van geleerdheid; 2. daad die blijk geeft van gebrek aan verstandig overleg; onbekookte handelwijze: met dit weer die tocht te ondernemen ware onzin.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onzin

m. (wartaal, zotteklap, nonsens): verkopen, uitkramen; zo iets heet geleerde onzin, dwaze taal, met veel geleerde woorden.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onzin

('on) m. dwaze taal, zotteklap, nonsens : zeggen, verkopen; geleerde -, onzin met vertoon van geleerdheid.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onzin

m., 1. wat geen redelijke zin heeft; wartaal, nonsens: niemand zal die geloven; als uitroep: onzin!, m.n. in de zin van: wat je daar zegt, gaat niet op, geldt niet, kan ik niet accepteren; 2. domme daad, onbekookte handelwijze: met dit weer die tocht te ondernemen, zou onzin zijn.