Wat is de betekenis van Onzijdigheid?

2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onzijdigheid

v., het onzijdig-zijn ; neutraliteit.

2024-03-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Onzijdigheid

zie Neutraliteit.

2024-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onzijdigheid

v. (neutraliteit): de onzijdigheid der kleine staten in een oorlog; gewapende onzijdigheid.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Onzijdigheid

→ Neutraal.