Wat is de betekenis van Onwellevend?

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onwellevend

bn. bw. (-er, -st), 1. niet welopgevoed : onwellevende bezoekers; 2. onbetamelijk, onhebbelijk : de onwellevende en onchristelijke hoogmoed van een gedeelte uwer medebroederen; zich onwellevend gedragen.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onwellevend

bn., bw. (niet welopgevoed; onbetamelijk, onhebbelijk): een onwellevend man; een antwoord; zich onwellevend gedragen.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onwellevend

(onwel'le:vəlnt) bn. en bw. (-er, -st) 1. niet beleefd : een bezoek. 2. onhebbelijk, onbetamelijk : zich gedragen.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onwellevend

bn. en bw. (-er, -st), 1. onopgevoed: onwellevende bezoekers; 2. onbetamelijk, onhebbelijk: zich onwellevend gedragen.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onwellevend

bn. bw. (-er, -st), zich niet gedragende als een welopgevoed man: onwellevende bezoekers; — onbetamelijk, onhebbelijk : de onwellevende en onchristelijke hoogmoed van een gedeelte uwer medebroederen; — bw. hij heeft zich onwellevend gedragen. ONWELLEVENDHEID, v. het onwellevend zijn; eene daad of handelwijze die onwellevend is.