Wat is de betekenis van Onvoordeelig?

2024-10-05
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onvoordeelig

bn. bw. (-er, -st), niet voordeelig : de handel in dit artikel is tegenwoordig zeer onvoordeélig; — bw. niet onvoordeelig spelen, nogal voordeelig. ONVOORDEELIGHEID, v.

Gerelateerde zoekopdrachten