Wat is de betekenis van onvoltooid?

2024-03-29
WoordHoek

Ewoud Sanders (2024)

Onvoltooid

Het is duivels moeilijk om een woordenboek te maken en het kost ongelooflijk veel tijd. Er zijn woordenboekenmakers die aan de drank raakten, die stierven voordat de klus was geklaard, die overspannen raakten of blind werden van het vele lezen. Gevolg is dat er een kleine bibliotheek bestaat van onvoltooide woordenboeken, een onderwerp waarover nog...

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onvoltooid

onvoltooid - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet voltooid, niet afgewerkt Woordherkomst Afgeleid van voltooid met het voorvoegsel on- Antoniemen voltooid

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onvoltooid

onvoltooid - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-vol-tooid 1. er moet nog iets aan gedaan worden ♢ er is nog een onvoltooid boek van Mulish gevonden 1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord [geeft aa...

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onvoltooid

bn., niet afgewerkt: een onvoltooid geschrift', — (spraakk.) onvoltooide tijden, die vormen van het werkwoord welke uitdrukken dat men zich de werking als niet afgelopen voorstelt.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onvoltooid

bn. (niet afgewerkt): een onvoltooid kunstwerk; onvoltooid-tegenw., onvoltooid-verleden, onvoltooid-toekomende tijd, tijden, waarin men zich de handeling als niet afgelopen voorstelt.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onvoltooid

(onvol'to:it) bn. 1. niet afgewerkt : een kunstwerk. 2. Taalk. uitdrukkend dat de werking van het werkwoord als niet afgelopen wordt voorgesteld : -e → tijden; tegenwoordige, verleden, toekomende tijd.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onvoltooid

bn., niet afgewerkt: een onvoltooid geschrift; (spraakk.) onvoltooide tijden, die vormen van het ww. die uitdrukken dat men zich de werking als niet afgelopen voorstelt.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onvoltooid

bn. niet voltooid : een onvoltooid geschrift; (spr.) onvoltooide tijden, die vormen van het werkwoord, welke uitdrukken, dat men zich de werking als niet afgeloopen voorstelt. ONVOLTOOIDHEID, v.