onverwijld
onverwijld - Bijvoeglijk naamwoord 1. (formeel) zonder uitstel ♢ Hij gaf ons onverwijlde hulp. Woordherkomst Afgeleid van verwijld met het voorvoegsel on-
Nederlandstalige WikiWoordenboek
onverwijld - Bijvoeglijk naamwoord 1. (formeel) zonder uitstel ♢ Hij gaf ons onverwijlde hulp. Woordherkomst Afgeleid van verwijld met het voorvoegsel on-
Nederlands woordenboek voor onderwijs
onverwijld - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-ver-wijld 1. zonder te wachten ♢ onverwijld begon hij aan de nieuwe tekening Bijvoeglijk naamwoord: on-ver-wijld de/het onverwijlde ... Synoniemen acuut...
De Oosthoek is een Nederlandse encyclopedie die in verschillende uitvoeringen is verschenen
bn. en bw., 1. onmiddellijk: een vertrek; onverwijlde hulp; 2. bw., zonder uitstel: begon hij naar dit nieuwe plan te handelen.
Nederlands woordenboek (7e druk)
bn. bw., 1. niet uitgesteld, dadelijk plaatshebbend : een onverwijld vertrek ; onverwijlde hulp; 2. bw., zonder uitstel: onverwijld begon hij naar dit nieuwe plan te handelen.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
bn. bw. niet uitgesteld: een. onverwijld vertrek; onverwijlde hulp; — bw. zonder uitstel, oogenblikkelijk : onverwijld begon hij naar dit nieuwe plan te handelen.
Gerelateerde zoekopdrachten